-
1 drill
n. drilboor; het drillen, exercitie, oefenen; driloefening--------v. boren; oefenen; doorboren, aanboren; erin stampendrill1[ dril] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boor(machine) ⇒ drilboor, boorstaal2 het drillen ⇒ exercitie, oefening3 driloefening ⇒ het opdreunen, het erin stampen♦voorbeelden:————————drill2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 aanboren3 drillen ⇒ africhten, trainen -
2 rote
n. -van buiten; machinaal[ root]1 het mechanisch leren/herhalen ⇒ het opdreunen, stampwerk♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский